Blaasontsteking

Bij een blaasontsteking heeft u een ontsteking aan de binnenkant van uw blaas. Die ontsteking wordt veroorzaakt door bacteriën. Deze blijven aan de binnenkant van uw blaas zitten waardoor het gaat ontsteken. Die bacteriën zijn vaak dezelfde bacteriën als de bacteriën die in uw darm zitten. Bij vrouwen komt een blaasontsteking vooral voor tussen 15 en 24 jaar en als u ouder bent dan 65 jaar. Bij mannen komt blaasontsteking minder vaak voor dan bij vrouwen. Dit komt omdat de plasbuis bij de vrouw korter is en de uitgang van de plasbuis dichter bij de anus ligt. Hierdoor komen sneller bacteriën in de blaas van de vrouw. Er zijn een aantal factoren die de kans op een blaasontsteking verhogen. Bij vrouwen zijn dat:

• Blaasklachten die ervoor zorgen dat u uw blaas niet helemaal leeg kunt plassen.
• Vrijen.
• De overgang. Vrouwen hebben daarna een verhoogde kans op een blaasontsteking.
• Nier– en blaasstenen.
• Een verminderde weerstand.
• Het hebben van een urinekatheter.
• Vrijen met condoom of pessarium. Die kans wordt nog eens versterkt als u daarbij zaaddodend glijmiddel gebruikt.

Bij mannen:

• Nier- en blaasstenen.
• Een verminderde weerstand.
• Het hebben van een urinekatheter.

De klachten die u kunt hebben bij een blaasontsteking zijn:

• Veel moeten plassen. U plast daarbij steeds kleine beetjes.
• Pijn of een branderig gevoel bij het plassen.
• Vage pijn in uw onderbuik.
• Pijn in uw zij of rug.
• Troebele urine en in sommige gevallen kan er bloed bij zitten.
• Sterk en/of slecht ruikende urine.
• Koorts.
• Bij mannen kunt u ook pijn hebben tussen de balzak en anus.

Vermoedt u dat u een blaasontsteking heeft? Dan adviseren wij u om:

• Uw urine te testen. Hiervoor zijn zelftesten te koop bij de drogist. Deze meten de waarde van nitriet en leukocyten in uw urine. Zo kan er vastgesteld worden of u een blaasontsteking heeft. Ook kunt u dit bij de huisarts laten doen. U krijgt dan ook gelijk medicijnen voorgeschreven als dat nodig is.

Verder kunt u een blaasontsteking voorkomen door:

• Veel te drinken. De richtlijn hiervoor is 2 à 3 liter water per dag.
• Meteen naar het toilet te gaan als u moet plassen.
• Uw blaas helemaal leeg te plassen.
• Te zorgen voor een gezonde stoelgang. Houdt uw ontlasting niet te lang op, eet voldoende vezels, beweeg voldoende en verminder stress.

Vrouwen moeten ook letten op de volgende dingen om een blaasontsteking te voorkomen:

• Geen zaaddodend glijmiddel te gebruiken bij het vrijen.
• Direct te plassen nadat u gevreeën heeft.

Meestal gaat een blaasontsteking binnen een week over en hoeft u niet naar uw huisarts. U moet wel contact opnemen met uw huisarts als u een blaasontsteking heeft en als één of meer van de volgende situaties bij u van toepassing is:

• Uit de zelftest is gekomen dat u geen blaasontsteking heeft, maar u heeft wel klachten die overeenkomen met de klachten bij een blaasontsteking. Twee uur voor het bezoek aan de huisarts moet u plassen in een opvangbakje, zodat uw urine bij de praktijk onderzocht kan worden. Een opvangbakje kunt u kopen bij de apotheek.
• U heeft koorts (38 graden of hoger).
• U heeft pijn aan uw anus, pijn in uw balzak of pijn in uw zij.
• U slikt antibiotica en na twee dagen merkt u nog geen verbetering.
• U voelt zich (erg) ziek.
• U bent zwanger.
• U heeft diabetes.
• U heeft een ziekte aan uw nieren of blaas.

Verder kunt u naast een blaasontsteking ook een nierbekkenontsteking of prostaatontsteking krijgen. Deze gaan vaak samen. Als u dit vermoedt, neem dam gelijk contact op met uw huisarts.