Vragen

  • Bij griep zijn uw luchtwegen ontstoken. Dit wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Dit virus is zeer besmettelijk en wordt overgedragen via druppeltjes speeksel die vrijkomen tijdens het praten, hoesten en/of niezen. Ook in het snot zitten virusdeeltjes. Daarom is goede hygiëne erg belangrijk om besmetting te voorkomen. Griep lijkt op een verkoudheid, maar bij griep voelt u zich veel zieker. U kunt griep door het hele jaar oplopen, maar in de wintermaanden komt griep vaker voor. Dit wordt ook wel seizoensgriep genoemd.

  • U wordt meestal plotseling ziek en heeft klachten, zoals:

    • Koude rillingen, hoge koorts en zweten (Uw lichaamstemperatuur is hoger dan 38 °C).
    • Hoofdpijn.
    • Spierpijn in het hele lichaam.
    • Keelpijn.
    • Hoesten.

    Uw lichaamstemperatuur kunt u het beste meten door de thermometer in uw anus te steken. Dit is het meest betrouwbaar.

  • Bij griep is het belangrijk dat u:

    • Goed uitrust. Zeker als u koorts heeft. Dit is nodig om goed te herstellen.
    • Voldoende vocht binnenkrijgt. Drink 1,5 tot 2 liter water per dag.
    • Neem een paracetamol. De koorts wordt dan minder en het verzacht de pijn. De griep gaat hier niet sneller van over.
    • Gezond eet.

    Voorkom dat u andere mensen besmet door:

    • Uw mond en neus niet of zo min mogelijk aan te raken.
    • Een zakdoek te gebruiken bij het niezen of hoesten. Gebruik papieren zakdoekjes en gooi deze meteen weg. U kunt ook in uw elleboog hoesten of niezen.
    • Was uw handen met water en zeep. Doe dit regelmatig.
    • Gebruikte voorwerpen goed schoon te maken en eigen bestek, bekers en borden te gebruiken.
    • Voldoende afstand te houden van anderen en anderen niet te knuffelen.

    Heeft u een verlaagde weerstand, longaandoening, nieraandoening of lijdt u aan een hart- of vaatziekte? Dan adviseren wij om jaarlijks een griepprik bij uw huisarts te halen.

  • Meestal hoeft u bij griep niet naar de huisarts en verdwijnen uw klachten binnen een paar dagen. Soms is het wel verstandig om contact op te nemen met uw huisarts. Zo moet u direct naar de huisarts als:

    • U benauwd bent.
    • U veel slijm ophoest.
    • U slap of suf wordt.
    • U weinig drinkt, plast en/of uitdrogingsverschijnselen heeft.
    • U langer dan 5 dagen koorts heeft of als de koorts na een paar dagen weer terugkomt.

    Bel met uw huisarts als u griep heeft en:

    • 60 jaar of ouder bent.
    • Een hart- of vaatziekte heeft.
    • Suikerziekte heeft.
    • Een nieraandoening heeft.
    • Een verminderde weerstand heeft (Bijvoorbeeld door medicijngebruik of chemotherapie).

    De huisarts of doktersassistent zal de ernst van deze klachten met u bespreken. Als het nodig is, neemt de huisarts vervolgstappen. Heeft u kind griep? Ga dan naar de huisarts als uw kind:

    • Ontroostbaar is. Uw kind is erg ziek en heeft veel pijn.
    • Niet of traag reageert. Uw kind is suf en/of valt weg.
    • Een versnellende of piepende ademhaling heeft.
    • Benauwd is.
    • Een afwijkende huidkleur krijgt. Zo kan uw kind grauw, bleek of blauw worden.
    • Koortsstuipen heeft. Hierbij verstijven of verslappen de armen en benen en schok uw kind heen en weer.
    • Niet of nauwelijks drinkt. Uw kind drinkt minimaal de helft minder dan normaal.
    • Uitdrogingsverschijnselen heeft. Uw kind heeft een droge mond, hoofdpijn en donkere urine. Daarnaast is uw kind lusteloos en zijn de armen en benen koud. Kijk voor meer verschijnselen bij uitdroging.
    • Een verminderde weerstand heeft door een onderliggende aandoening of door een medische behandeling, zoals chemotherapie.
    • Steeds zieker wordt.
    • Koorts krijgt, nadat uw kind weer beter leek te zijn.